Betuwse Stoofpeertjes 

  1. Schil de peertjes met een dunschiller van onder tot boven.
    Je kan de peertjes heel laten met het steeltje er aan. Dat is wel heel mooi om te presenteren.
    Wij doen ze door de midden en halen gelijk het klokhuis er uit. Was de stoofperen onder stromend water en doe ze in een pan.
  2. Giet het bessensap en water bij de stoofpeertjes tot ze net onder staan. Eventueel kun je het nog aanvullen met wat water. Doe de bruine basterdsuiker, het kaneelstokje en de steranijs erbij en breng het geheel met de deksel op de pan aan de kook. Als de peren koken, zet ze dan laag en laat ze lekker zachtjes pruttelen. Met een uurtje of 2 a 3 zijn de peertjes gaar. In het begin kun je de peertje nog omscheppen maar doe dat niet aan het eind dan gaan ze stuk en dat wil je niet. Laat de peren afkoelen in het vocht zodat ze nog mooi kunnen door kleuren. 

Wist je dat? 
Peertjes kun je ook perfect maken in de slow cooker. Uurtje of 4 a 5 zijn ze gaar. 

Variatietip:
Wil je eens wat anders proberen?
Kardemom, sinaasappelschil, en vanille doen het ook erg goed in een stoofperenpan.

Serveertip: Haal de peertjes uit de pan en bind het vocht van de peertjes met wat 1 theelepel aardappelzetmeel. Het vocht wordt dikker en blijft mooi aan de peertjes kleven.